Ga naar de inhoud

UNCRPD - Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap

 

Op 13 december 2006 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) de tekst van het Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (UNCRPD) aan.
Op 30 juli 2007 ondertekende de Europese Unie (EU) het UNCRPD. Het was voor het eerst dat de EU een VN-verdrag ondertekende.
Op 2 juli 2009 ratificeerde België ten slotte officieel het UNCRPD (dit betekent dat België al zijn wetgevende teksten met het UNCRPD in overeenstemming moet brengen) en het bijhorende "facultatief protocol" (dit houdt in dat particulieren of groepen van particulieren het recht hebben om een verzoekschrift te richten aan het Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap).

Klik hier voor een overzicht van de landen die het UNCRPD ondertekend en/of geratificeerd hebben.

Het verdrag wilt ervoor zorgen dat personen met een handicap dezelfde mensenrechten genieten als ieder ander en dat ze volledig kunnen deelnemen aan de samenleving door dezelfde kansen te krijgen als ieder ander. Het verdrag bestrijkt een groot aantal gebieden, waaronder: gezondheid, onderwijs, werkgelegenheid, toegang tot de rechter, keuzevrijheid en zelfstandig wonen, toegankelijkheid etc.

Het Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap (UNCRPD-Comité) ziet toe op de naleving van het verdrag en geeft regelmatig ook gezaghebbende interpretaties van bepaalde artikelen door middel van algemene opmerkingen.

De Staten die partij zijn bij het UNCRPD worden beoordeeld in een evaluatiecyclus:

  1. Verslag van de staat + alternatieve verslagen van het middenveld
    Eerst wordt de situatie in het land onderzocht op basis van het officieel verslag van de staat en de alternatieve verslagen van het maatschappelijk middenveld. Het opvolgingscomité van de alternatieve verslagen voor België bestaat onder andere uit vertegenwoordigers van de organisaties die lid zijn van het BDF en van de adviesraden voor personen met een handicap op het niveau van de federale overheid en de deelstaten.
  2. Lijst van kwesties van het UNCRPD-Comité
    Vervolgens stelt het UNCRPD-Comité een lijst van kwesties vast die de zorgen van het middenveld uit de alternatieve verslagen weerspiegelen.
  3. Schriftelijk antwoord van de betrokken staat + interactieve dialoog tussen de staat en het UNCRPD-Comité
    De lidstaat heeft dan enige tijd om te antwoorden. Jaarlijks worden een tal van landen vervolgens uitgenodigd voor een gesprek met het UNCRPD-Comité in Genève, waar vaak weer gepeild wordt naar de staat van zaken rond de kwesties die eerder meegedeeld werden.
  4. Slotopmerkingen van het UNCRPD-Comité
    Ten slotte stelt het UNCRPD-Comité de slotopmerkingen vast. De volgende evaluatiecyclus vertrekt dan vanuit de uitvoering van deze slotopmerkingen.
 

UNCRPD in België