Ga naar de inhoud

CAT - Verdrag tegen foltering en andere wreedaardige, onmenselijke of mensonterende straffen of behandelingen

 

Het Verdrag tegen foltering en andere wreedaardige, onmenselijke of mensonterende straffen of behandelingen (CAT) werd op 10 december 1984 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen. Het verdrag trad in werking op 26 juni 1987. België ratificeerde het CAT op 25 juni 1999.

Het verdrag vereist dat lidstaten effectieve maatregelen nemen om foltering te voorkomen en verbiedt de lidstaten om mensen te sturen naar landen waar er reden is om aan te nemen dat ze er zullen worden gefolterd (non-refoulement principe). Het Comité tegen Foltering ziet toe op de naleving van het verdrag.

De Staten die partij zijn bij het CAT worden beoordeeld in een evaluatiecyclus:

  1. Verslag van de staat + alternatieve verslagen van het middenveld
    De lidstaten die partij zijn bij het CAT moeten om de 4 jaar een verslag bezorgen aan het Comité tegen Foltering. Dit verslag moet uitleggen welke maatregelen de staat neemt om zijn verplichtingen die voortvloeien uit het CAT te kunnen nakomen. Daarnaast kan het maatschappelijk middenveld alternatieve verslagen indienen.
  2. Slotopmerkingen van het Comité tegen Foltering
    Op basis van deze verslagen maakt het Comité tegen Foltering zijn slotopmerkingen over. Dit zijn aanbevelingen om de betrokken staat bij de implementatie van het CAT te begeleiden.
 

CAT in België