Ga naar de inhoud

CEDAW - Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen

 

Het Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen (CEDAW) werd op 18 december 1979 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen. België ratificeerde het CEDAW op 10 juli 1985 en het facultatief protocol in 2004.

Het verdrag definieert wat discriminatie van vrouwen inhoudt en stelt een agenda/actieplan op voor nationale maatregelen om een einde te maken aan dergelijke discriminatie. Het CEDAW-comité ziet toe op de naleving van het verdrag.

De Staten die partij zijn bij het CEDAW worden beoordeeld in een evaluatiecyclus:

  1. Verslag van de staat + alternatieve verslagen van het middenveld
    De lidstaten die partij zijn bij het CEDAW moeten, telkens wanneer het CEDAW-comité dit vraagt, een verslag bezorgen aan het comité. Dit verslag moet uitleggen welke maatregelen de staat neemt om zijn uit het CEDAW voortvloeiende verplichtingen te vervullen. Daarnaast kan het maatschappelijk middenveld alternatieve verslagen indienen.
  2. Slotopmerkingen van het CEDAW-comité
    Op basis van deze verslagen maakt het CEDAW-comité zijn slotopmerkingen over.
 

CEDAW in België

7de cyclus (2014):

Aanbeveling nr. 35 (2017):

  • In juli 2017 heeft het CEDAW-comité "Aanbeveling nr. 35" goedgekeurd: Algemene aanbeveling nr. 35 over gendergerelateerd geweld tegen vrouwen - CEDAW (26/07/2017). Deze aanbeveling bevat een groot aantal bepalingen die betrekking hebben op vrouwen en jonge meisjes met een handicap en stelt het volgende aan de kaak:
    • de medische behandelingen bij vrouwen en jonge meisjes met een handicap, zonder enige vorm van toestemming, bijv. gedwongen sterilisaties;
    • het ontnemen van de rechtsbekwaamheid en bepaalde vormen van voogdij.

8ste cyclus (2019):

Meer info: