Ga naar de inhoud

Raad van de Europese Unie

 

De Raad van de Europese Unie (EU) vertegenwoordigt de stem van de EU-lidstaten; hij neemt wetten aan en coördineert het EU-beleid.

 

Bevoegdheden

Wetgeving

De Raad speelt een essentiële rol in de besluitvorming van de EU.

Hij onderhandelt over wetgeving en stelt die vast, doorgaans samen met het Europees Parlement volgens de gewone wetgevingsprocedure, ook wel "medebeslissing" genoemd. De medebeslissingsprocedure wordt gebruikt voor beleidsterreinen waarvoor de EU exclusief bevoegd is of bevoegdheden deelt met de lidstaten. Op deze terreinen stelt de Raad wetten vast op basis van voorstellen die door de Europese Commissie zijn ingediend.

Coördinatie

De Raad is verantwoordelijk voor de coördinatie van het beleid van de lidstaten op specifieke gebieden, zoals:

  • economisch en begrotingsbeleid: De Raad coördineert het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten om het economische bestuur in de EU te versterken. De Raad controleert het begrotingsbeleid en versterkt het begrotingskader van de EU; hij behandelt ook de juridische en praktische aspecten van de euro, de financiële markten en het kapitaalverkeer.

  • onderwijs, cultuur, jeugdzaken en sport: Op deze gebieden neemt de Raad beleidskaders en werkplannen aan, waarin de prioriteiten voor de samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie zijn vastgelegd.

  • werkgelegenheidsbeleid: De Raad stelt jaarlijkse richtsnoeren en aanbevelingen op voor de lidstaten, op basis van de conclusies van de Europese Raad over de werkgelegenheidssituatie in de EU.

Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid

De Raad bepaalt het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU aan de hand van de richtsnoeren van de Europese Raad, en voert het uit. Ook de ontwikkelingshulp en humanitaire hulp, defensie en handel van de EU vallen hieronder. Samen met de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid zorgt de Raad voor de eenheid, de samenhang en de doeltreffendheid van het externe optreden van de EU.

Internationale overeenkomsten

De Raad verleent het mandaat aan de Commissie om namens de Europese Unie te onderhandelen over overeenkomsten tussen de EU en niet-EU-landen en internationale organisaties. Na afloop van de onderhandelingen besluit de Raad over de ondertekening en sluiting van de overeenkomst in kwestie, op basis van een voorstel van de Commissie. Ook neemt de Raad het definitieve besluit aanvoor de sluiting van de overeenkomst, na goedkeuring door het Europees Parlement (voor onderwerpen waarvoor de medebeslissingsprocedure moet worden gevolgd) en bekrachtiging door alle lidstaten van de EU.

Deze overeenkomsten kunnen betrekking hebben op ruime gebieden, zoals handel en samenwerking en ontwikkeling, of op specifieke onderwerpen, zoals textiel, visserij, douane, vervoer, wetenschap en technologie, enz.

Begroting

De Raad stelt de begroting van de Unie vast samen met het Europees Parlement.

De begrotingsperiode bestrijkt één kalenderjaar. De begroting wordt gewoonlijk in december vastgesteld en gaat in op 1 januari van het volgende jaar.

 

Werking

De Raad van de EU is één juridische entiteit, maar hij komt bijeen in 10 verschillende "formaties", afhankelijk van het onderwerp dat wordt besproken.

Er is geen rangorde tussen deze Raadsformaties, maar de Raad Algemene Zaken vervult een bijzondere, coördinerende rol en is verantwoordelijk voor institutionele, administratieve en horizontale aangelegenheden. Ook de Raad Buitenlandse Zaken heeft een bijzondere taak.

Elke van de 10 Raadsformaties kan wetgeving aannemen die binnen het beleidsgebied van een andere formatie valt. Daarom wordt bij wetgeving die door de Raad is aangenomen, nooit de formatie vermeld.

De 10 Raadsformaties van de EU hebben als beleidsgebied:

  • Algemene Zaken
  • Buitenlandse Zaken
  • Concurrentievermogen
  • Economische en Financiële Zaken
  • Justitie en Binnenlandse Zaken
  • Landbouw en Visserij
  • Milieu
  • Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport
  • Vervoer, Telecommunicatie en Energie
  • Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
 

Zittingen van de Raad van de EU en het besluitvormingsproces

Aan de Raadszittingen nemen vertegenwoordigers op ministersniveau van elke lidstaat deel. Dat kunnen dus ministers of staatssecretarissen zijn. Zij hebben het recht de regering van hun land te binden en namens hun land te stemmen. Ook de leden van de Europese Commissie worden uitgenodigd voor de Raadszittingen die over hun beleidsgebieden gaan. De Europese Centrale Bank wordt uitgenodigd wanneer zij de wetgevingsprocedure heeft ingeleid.

De zittingen worden voorgezeten door de minister van de lidstaat die het halfjaarlijkse voorzitterschap van de Raad bekleedt. Een uitzondering vormt de Raad Buitenlandse Zaken, die in de regel wordt voorgezeten door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.

De Raad neemt zijn besluiten met gewone meerderheid, gekwalificeerde meerderheid dan wel eenparigheid van stemmen, naargelang het te nemen besluit.

De Raad stemt in ongeveer 80 % van de gevallen met gekwalificeerde meerderheid over EU-wetgeving.

De Raad kan alleen stemmen als een meerderheid van de leden aanwezig is.