Ga naar de inhoud

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

Het Hof van Justitie van de Europe Unie (HvJ-EU) ziet erop toe dat de EU-wetgeving in alle landen van de EU op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd en toegepast. Het regelt verder juridische geschillen tussen nationale regeringen en EU-instellingen.
In bepaalde omstandigheden kunnen ook particulieren, bedrijven en organisaties zaken bij het Hof aanhangig maken, als zij menen dat hun rechten door een EU-instelling zijn geschonden.

 

Bevoegdheden

Het HvJ-EU doet uitspraak in zaken die bij het Hof aanhangig zijn gemaakt. De bevoegdheden van het Hof zijn de volgende:

  • interpretatie van EU-wetgeving (prejudiciële beslissing): als een nationale rechter twijfelt over de interpretatie of de geldigheid van een EU-besluit, kan hij het Hof om uitleg verzoeken. Deze procedure kan ook worden gebruikt om te bepalen of de nationale wetgeving en praktijken verenigbaar zijn met de EU-wetgeving. Het is binnen het kader van prejudiciële verzoeken dat elke Europese burger de EU-regels die op hem of haar betrekking hebben, kan laten verduidelijken. Hoewel een dergelijk verzoek enkel door een nationale rechter kan worden gedaan, kunnen alle partijen die reeds voor die rechterlijke instantie aanwezig zijn, de lidstaten en de EU-instellingen deelnemen aan de procedure voor het Hof van Justitie.

  • handhaving van wetgeving (inbreukprocedure): deze procedure wordt gestart tegen de regering van een EU-land die de EU-wetgeving niet toepast. Ze wordt ingeleid door de Europese Commissie of een ander EU-land. Blijkt een land de regels te hebben overtreden, dan moet het dit onmiddellijk corrigeren of er wordt een tweede zaak aangespannen, wat kan resulteren in een geldboete.

  • nietigverklaring van EU-wetgeving (beroep tot nietigverklaring): als een EU-land, de Raad van de EU, de Europese Commissie of (soms) het Europees Parlement meent dat bepaalde EU-wetgeving in strijd is met de EU-verdragen of de grondrechten, kunnen zij het Hof verzoeken deze nietig te verklaren. Iedere natuurlijke of rechtspersoon kan ook beroep instellen tegen handelingen die tot hem gericht zijn of die hem rechtstreeks en individueel raken, alsmede tegen regelgevingshandelingen die hem rechtstreeks raken en die geen uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengen. In dergelijke gevallen kan men zich rechtstreeks tot het Hof wenden en hoeft men zich niet tot een nationale rechter te wenden.

  • afdwinging van maatregelen (beroep wegens nalatigheid): volgens het Verdrag moeten Parlement, Raad en Commissie in bepaalde omstandigheden of binnen een bepaalde termijn bepaalde beslissingen nemen. Doen ze dat niet, dan kunnen EU-landen, andere EU-instellingen en (soms) particulieren of ondernemingen dit bij het Hof aanklagen.

  • sanctionering van een EU-instelling (vordering tot schadevergoeding): personen of bedrijven die schade hebben geleden als gevolg van een handeling of nalatigheid van de EU of haar personeel, kunnen bij het HvJ-EU een vordering tot schadevergoeding instellen.

 

Samenstelling

Het HvJ-EU omvat twee gerechten:

  • Het Hof van Justitie behandelt verzoeken van nationale rechtbanken om een prejudiciële beslissing, bepaalde nietigverklaringen en beroepszaken.

  • Het Gerecht behandelt zaken van particulieren, bedrijven en in sommige gevallen EU-regeringen. In de praktijk betekent dit dat het Gerecht zich voornamelijk bezighoudt met mededingingsrecht, staatssteun, handel, landbouw en merkenrecht.

 

Werking

Iedere zaak wordt aan een "rechter-rapporteur" en een "advocaat-generaal" toegewezen.

De procedure bestaat uit twee fasen:

  • Schriftelijke fase: om te beginnen dienen alle betrokken partijen bij de rechter een schriftelijke verklaring in. Ook nationale instanties, EU-instellingen en soms particulieren kunnen opmerkingen indienen. Dit alles wordt samengevat door de rechter-rapporteur en vervolgens besproken in de algemene zitting van het Hof, dat besluit of een hoorzitting (mondeling) moet worden gehouden en de advocaat-generaal een conclusie moet uitbrengen.

  • Mondelinge fase: de advocaten van beide partijen houden hun pleidooi. Als het Hof besloten heeft dat de advocaat-generaal een conclusie moet vaststellen, dan volgt die enkele weken na de zitting. Daarna bespreken de rechters de zaak en komen zij tot een arrest.