CEDAW: de tekst
Het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen omvat 6 delen en 30 artikelen.
In de inleiding erkent het Verdrag expliciet dat "wijdverbreide discriminatie van vrouwen nog steeds bestaat" en herinnert het eraan dat "discriminatie van vrouwen schending van de beginselen van gelijkgerechtigdheid en eerbied voor de menselijke waardigheid is". Volgens het eerste artikel van het Verdrag wordt onder discriminatie van vrouwen "elke vorm van onderscheid, uitsluiting of beperking op grond van geslacht, op politiek, economisch, sociaal of cultureel gebied, op het terrein van de burgerrechten of welk ander gebied dan ook" verstaan. Het Verdrag bevestigt het gelijkheidsbeginsel en vraagt aan de verdragsluitende staten om "alle passende maatregelen [te nemen], waaronder wetgevende, om de volledige ontplooiing en ontwikkeling van vrouwen te verzekeren, ten einde haar de uitoefening en het genot van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op gelijke voet met mannen te waarborgen" (art. 3).
Methodologisch gezien komen in het Verdrag drie aspecten van de situatie van vrouwen aan bod. Het Verdrag licht in detail de burgerrechten en het juridisch statuut van de vrouw toe, maar staat ook stil bij de voorplanting en de invloed van culturele factoren op de relaties tussen mannen en vrouwen – het is precies daar dat het specifieke verschil zit met de andere mensenrechtenverdragen.