Ga naar de inhoud

29/03/2019 - Het BDF gehoord door het VN-comité

Op vrijdag 29/03/2019 is het Comité voor de rechten van personen met een handicap bijeengekomen om de vragen op te stellen voor de deelregeringen van het federale België over de vooruitgang die België heeft geboekt bij de uitvoering van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Bij deze gelegenheid ontving hij een delegatie van het Belgian Disability Forum vzw (BDF).

Dit is een belangrijke stap in het proces waarbij de leden van het comité zich grondig voorbereiden op de "constructieve dialoog" met de Belgische staat die in 2020 of 2021 zal plaatsvinden.

Alternatief verslag en voorgestelde vragen

Om deze oefening zo goed mogelijk voor te bereiden, heeft het Comité voor de rechten van personen met een handicap (het Comité) de organisaties van het middenveld die vóór 11/02/2019 een alternatief verslag hadden ingediend, de gelegenheid geboden om de inhoud van hun verslag toe te lichten.

Het opstellen van het alternatieve verslag van het BDF was een participatief proces waarbij de 18 lidorganisaties en de 5 adviesraden op federaal en deelstaatniveau betrokken waren. Dit proces vond plaats van oktober 2018 tot januari 2019 tijdens vier vergaderingen van het Comité.

Hoorzitting van het maatschappelijk middenveld

Drie Belgische organisaties, het BDF, GRIP en UNIA, stuurden een delegatie naar het VN-hoofdkwartier in Genève voor de hoorzitting voor het maatschappelijk middenveld op 29 maart 2019. Er gingen twee voorbereidende vergaderingen aan vooraf met leden van het comité: de heer Chaker, rapporteur van het Comité voor België, en de heer Ruskus, Litouws lid van het Opvolgingscomité van het alternatieve verslag.

De drie delegaties hebben elkaar geraadpleegd om deze bijeenkomst zo goed mogelijk voor te bereiden, om op een coherente manier te spreken en om een duidelijk beeld te geven van de realiteit van het leven van mensen met een handicap in België.

Veel relevante vragen

De vragen van de leden van het Comité hadden betrekking op de belangrijkste aspecten van het leven van personen met een handicap in België. Deze vragen moesten hen in staat te stellen de vooruitgang die België sinds 2014 al dan niet heeft geboekt op het domein van de handicap te beoordelen. Deze vragen gingen over:

  • De bepalingen van de Wet van 2014 over de rechtspersoonlijkheid
  • Tekortkomingen bij het verzamelen en gebruiken van statistieken over handicap
  • Moeilijkheden bij het gebruik van gebarentaal
  • De modaliteiten voor het raadplegen van organisaties van mensen met een handicap en hun deelname aan besluitvormingsprocessen met betrekking tot mensen met een handicap
  • De concrete tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake gelijke kansen
  • De situatie van personen die een aanvraag tot erkenning van een handicap indienen na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar
  • Het probleem van de wachtlijsten voor mensen die in aanmerking komen voor het verkrijgen van een dienst of een interventie van het type "persoonlijk budget"
  • Problemen in verband met de versnippering van rechten over verschillende overheidsniveaus
  • Belemmeringen bij de uitvoering van inclusief onderwijs
  • De belemmeringen bij de ontwikkeling van positieve oplossingen om het instellingsmodel te verlaten
  • De moeilijkheid om een wetgeving in te voeren om de toegankelijkheid in de brede zin van het woord daadwerkelijk te verbeteren

Het BDF is blij met de positieve feedback die het mocht ontvangen en hoopt dat een aanzienlijk aantal van de voorgestelde vragen uit zijn alternatieve verslag als basis zullen dienen voor de vragen die het Comité binnenkort aan België zal voorleggen.